zaterdag 13 december 2008

Limburgs dialect nog zeer vitaal

De Limburgse dialecten zijn nog uiterst vitaal. Beduidend vitaler dan de dialecten in Noord-Brabant en Zeeland.

Dit blijkt uit een grootschalige internet-enquête die vorig jaar werd gehouden naar het streektaalgebruik in Zuid-Nederland, begeleid door de Universiteit Utrecht. De resultaten zijn samengevat in het deze week verschenen Jaarboek 2007 van Vereniging Veldeke Limburg. Aan het onderzoek deden ruim 5000 mensen mee, van wie bijna de helft (2347) uit Limburg.

Limburgers gebruiken het dialect ook in veel meer situaties als voertaal. Bijna de helft van de Limburgers spreekt dialect op school en op het werk, tegen nog geen 20 procent van de Zeeuwen en maar 8,8 procent van de Brabanders. Ook het personeel in de supermarkt wordt door ruim 80 procent van de Limburgers in het dialect aangesproken, terwijl van de Zeeuwen 34 procent en van de Brabanders slechts 20 procent dan de thuistaal hanteert.

'Zeer ongebruikelijk' is volgens de onderzoekers het hoge percentage Limburgers (43,1 procent) dat ook in de contacten met de huisarts het dialect gebruikt. In Zeeland en Brabant is dat 10 procent of minder. Bij het chatten, e-mailen en sms'en met dialectsprekenden kiest ruim een derde van de Limburgers voor dialect als voertaal (onder jongeren is dat zelfs meer dan de helft, bij 60-plussers een kwart). "Als mensen in die domeinen voor het dialect kiezen, maken ze het zich extra moeilijk", zeggen de onderzoekers. "Ze moeten bij het spellen van de woorden een bijzondere inspanning doen."

Het gebruik van dialect als de taal waarmee de kinderen worden opgevoed, is in Limburg veel populairder dan in Zeeland en Brabant. Kiezen acht van de tien Limburgse ouders voor dialect, in Zeeland is dat vier van de tien, in Brabant amper een kwart. "Er is in Limburg zelfs een tendens naar méér dialectgebruik bij de opvoeding. De laatste jaren kiezen meer jonge ouders voor het Limburgs, een ontwikkeling die afwijkt van wat we in de andere provincies zien", melden de onderzoekers van de universiteit en streektaalfunctionarissen.(Bron LD)